Wat wij geloven

Grace Ministries

Wat wij geloven

De Drie-enige God
Wij geloven, dat God de Schepper van de hemel en de aarde is. Er is één God, zichzelf openbarende en van eeuwigheid bestaande in Drie Personen, de Vader, de Zoon en de heilige Geest en elke Persoon volledig God.

Teksten
Genesis 1:1, 26; Deuteronomium 6:4; Psalm 103:8-13, 145:8-9; Jesaja 6:8; Matteüs 3:16-17, 28:19; Johannes 1:1-3, 4:24; Handelingen 5:4-5, 10:38; Romeinen 1:7; 2 Korintiërs 13:13; Filippenzen 2:6; Kolossenzen 1:15-16; 1 Timoteüs 1:17; Hebreeën 1:8.

God de Vader
Wij geloven, dat God de Vader een oneindige, persoonlijke Geest is, Die allen die door Jezus Christus tot Hem komen, aanneemt als zijn kinderen, hen reddend van zonde en dood. Het leven, de woorden en de bediening van Jezus Christus weerspiegelen het wezen van God de Vader en zijn plan voor deze wereld.

Teksten
Genesis 3:8a, 5:24; Johannes 1:12, 18, 4:23-24, 8:38a, 16:23-27, 32, 17:6-8, 26; Romeinen 5:17; 1 Korintiërs 8:6, 15:24, 27-28; Galaten 4:4-7; Efeziërs 1:22-23, 3:14; Kolossenzen 1:15-16; Hebreeën 1:3; 1 Johannes 3:1.

God de Zoon
Wij geloven, dat Jezus Christus, onze Heer, de eeuwige en eniggeboren Zoon van God is, volledig God en volledig mens, verwekt door de heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Wij geloven in zijn zondeloos leven, zijn plaatsvervangend lijden en sterven, zijn lichamelijke opstanding uit de doden op de derde dag, zijn hemelvaart en troonsbestijging aan de rechterhand van de Vader, zijn persoonlijke, voor allen zichtbare ver­schijning in heerlijkheid en zijn oordeel over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

Teksten
Matteüs 5:18, 23, 20:28, 25:31-46; Marcus 16:19; Lucas 24:39; Johannes 1:1-2, 14, 18, 5:27-30, 16:28, 17:18, 24; Handelingen 2:24, 10:38; Romeinen 4:25, 8:34, 10:9; 1 Korintiërs 15:3-8, 17, 24-25; Filippenzen 2:6-7, 11; 1 Timoteüs 2:6; 2 Timoteüs 4:1; Titus 2:13; Hebreeën 1:8-9, 4:15, 7:25; 1 Petrus 1:18-19, 3:18-19; 1 Johannes 2:1, 5:20.

God de heilige Geest
Wij geloven, dat de heilige Geest een Persoon is, volledig God, gezonden door en in ambt onderscheiden van de Vader en de Zoon. De heilige Geest vernieuwt de menselijke geest volkomen naar Gods beeld en maakt de gelovige deel van het lichaam van Christus tijdens de bekering, komt wonen in de gelovige die aanspraak maakt op de belofte van de Vader, de doop in de Geest, geeft de gelovige zekerheid van behoud en werkt in hem tot heiliging en dienstbetoon. De heilige Geest in de gelovige is het onderpand voor zijn erfenis: het opstandingslichaam.

Teksten
Exodus 40:33-35; 1 Koningen 8:10-11; Nehemia 9:20; Marcus 16:20; Lucas 24:49; Johannes 3:5, 14:16, 15:26, 16:7-15; Handelingen 1:8, 2:33, 5:3-4, 10:38; Romeinen 8:9, 15:30; 1 Korintiërs 2:10, 6:11, 19, 12:7, 11, 13; 2 Korintiërs 5:5, 13:13; Galaten 3:27; Efeziërs 1:13-14, 2:21-22, 4:13-16, 30;
Kolossenzen 3:10; 1 Johannes 2:27 (grondtekst: “de zalving…in u”).

Bijbel
Wij geloven, dat de Bijbel het Woord van God is, volledig en woordelijk geïnspireerd door God de heilige Geest en de volledige openbaring van Gods heilsplan voor de mens. De Bijbel is foutloos in de originele handschriften en bevat geen tegenstrijdig­heden.

Teksten
Exodus 34:27; Jozua 1:7-8; Psalm 18:31; Jeremia 30:1-2; Handelingen 1:16; Romeinen 10:17; 1 Korintiërs 2:13, 14:37; 1 Tessalonicenzen 2:13; 2 Timoteüs 3:16; 2 Petrus 1:19-21.

Mens
Wij geloven, dat God de mens schiep, man en vrouw, naar het beeld van God en vrij van zonde en dat de eerste mens zondigde en daardoor de straf op de zonde, de geestelijke en de lichamelijke dood, over zich bracht. De mens zonder Christus heeft verlossing nodig van de schuld van zijn overtredin­gen, het eeuwig gescheiden zijn van God, de geestelijke dood en de macht van de zonde.

Behoudenis
Wij geloven, dat God de wereld met zichzelf heeft verzoend in het plaatsvervan­gende, volmaakte zoenoffer van zijn Zoon, Jezus Christus. Het vergoten bloed van Jezus is de bekrachtiging van het Nieuwe Verbond, dat garant staat voor de behoudenis van de mens. Het volbrachte werk van Christus maakt menselijke inspanning voor behoudenis overbodig en misplaatst, omdat de mens behouden wordt door genade alleen. De mens neemt zijn behoudenis in ontvangst door het geloof in Jezus Christus alleen, onafhankelijk van elk(e) inspanning, wet of ritueel.

Teksten
Exodus 12:5; Leviticus 3:3-23; Deuteronomium 28:1-14; Matteüs 3:1-10, 26:28; Johannes 1:12, 29, 3:18, 36, 5:24, 11:49-52; Handelingen 2:38; Romeinen 1:17, 2:13-16, 3:25-27, 5:10-11, 6:6-7, 8:15, 10:9-10; 2 Korintiërs 5:18-20; Galaten 3:13, 26; Efeziërs 1:3, 2:8-9; 1 Timoteüs 2:5; Hebreeën 9:12,
10:16-18; 1 Petrus 1:18-19; 1 Johannes 5:1, 11-12.

Wedergeboorte
Wij geloven, dat de heilige Geest door het geloof in Jezus Christus een geestelijke wedergeboorte in de mens bewerkstelligt, die van de mens een kind van God en een nieuwe schepping maakt, herschapen naar het beeld van God.

Teksten
Johannes 1:12-13, 3:3-7; Handelingen 2:38, 10:44-48, 15:8-9; 2 Korintiërs 5:17-18, 21; Efeziërs 2:10, 4:24; Kolossenzen 1:15; 1 Tessalonicenzen 5:23; Titus 3:5; Hebreeën 10:16, 12:9; Jacobus 1:17-18, 21; 1 Johannes 3:14, 23, 5:1,3.

Waterdoop
Wij geloven in de doop door onderdompeling op initiatief van de pasbekeerde en op belijdenis van Jezus als zijn Heer. De waterdoop is de lichamelijke expressie van de bekering tot geloof in Jezus Christus, rondt het bekeringsproces in het hart af en maakt het geloof effectief, bewerkt in het hart wat de doop symboliseert en bereidt het hart voor op het ontvangen van de heilige Geest.

Teksten
Exodus 14:21-31; Matteüs 28:19; Marcus 10:14-15, 16:16; Johannes 4:2; Handelingen 2:38, 8:35- 39a, 10:48, 16:31-33; Romeinen 6:4; 1 Korintiërs 1:14-15, 10:2; Kolossenzen 2:11-13; Titus 3:5; Jakobus 2:14-26.

Doop in de heilige Geest
Wij geloven, dat de doop in de heilige Geest de belofte van de Vader is voor alle gelovigen onder het Nieuwe Verbond en op geloof ontvangen wordt volgend op en als ervaring onderscheiden van de vergeving van zonde, die de mens door bekering tot Jezus Christus ontvangt. De gelovige ontvangt de heilige Geest tijdens de doop in de heilige Geest, die vanaf dat moment zich woning maakt in de menselijke geest en van daaruit Gods heilsplan voor de gelovige uitwerkt in de breedste zin van het woord. Het ontvangen van de heilige Geest gaat gepaard met het spreken in andere tongen, zoals de heilige Geest het geeft uit te spreken.

Teksten
Psalm 81:11; Matteüs 3:11, 9:29; Marcus 16:17-18; Lucas 2:49; Johannes 7:37-39; Handelingen:1:8, 2:4, 33, 38-39, 8:5-8, 14-20, 10:44-46, 19:2-6; Romeinen 8:9; 1 Korintiërs 3:1-3, 10:1-2, 14:4-5, 18, 15:50; Galaten 3:2, 14; Jakobus 3:1-12; Judas 20.

Heiliging
Wij geloven, dat zonder heiliging niemand de Here zal zien. Heiliging is een concreet, maar tevens progressief werk van Gods genade, waardoor de gelovige in denken en doen verandert naar het beeld van Christus, en dat begint bij de weder­geboorte en voortduurt tot het ontvangen van het opstandingslichaam, welke hoop grote kracht is voor heiliging. De gelovi­ge heiligt zich door de kennis van Christus en geloof in Hem zijn hoogste goed te maken.

Teksten
Jozua 1:8; Psalm 73:25; Jesaja 1:19; Johannes 7:17; 1 Korintiërs 1:30; 2 Korintiërs 3:18, 4:6, 6:14, 7:1; Galaten 5:16-24; Efeziërs 4:20-24; Filippenzen 3:8-16; Kolossenzen 3:10; 1 Tessalonicenzen 5:23; Hebreeën 12:14; Jacobus 1:21; 2 Petrus 1:2, 3:17-18; 1 Johannes 3:2-3.

Gezondheid en Genezing
Wij geloven, dat gezondheid en genezing door de kracht van God wezenlijk onder­deel zijn van de verlossing door het zoenoffer van Jezus Christus, en dat deze vrijheid en genezing van lichamelijke en emotionele ziekte het verbonds­recht is van iedere gelovige.

Teksten
Exodus 15:26; Psalm 103:3; Jesaja 53:4-6; Matteüs 8:2-3, 17; Marcus 16:18; Handelingen 4:30; Romeinen 8:11; 1 Korintiërs 12:9; Galaten 3:13; Jacobus 5:14-16; 1 Petrus 2:24.

Avondmaal
Wij geloven, dat de Here Jezus het Avondmaal heeft ingesteld als een vernieuwing van de doopgelofte, waarmee de gelovige in antwoord op het lijden en sterven van Jezus Christus zichzelf opnieuw aan Hem als een levend, heilig en Gode welgevallig offer geeft; dat deze houding van geloof en toewijding het brood en de wijn een genademiddel maakt, waardoor de gelovige door de Geest wordt vernieuwd in zijn gemeenschap met God en de gemeente en hij vergeving, genezing en bemoediging ontvangt.

Teksten
Exodus 24:7-11; Matteüs 26:26-29; Marcus 14:22-25; Lucas 1:74-75, 22:14-20; Johannes 6:32-35, 48-59; Handelingen 2:42, 46; 1 Korintiërs 10:3-4, 16-17, 11:17-34; Hebreeën 12:24; 1 Johannes 4:18.

Gemeente
Wij geloven in één ware, universele Gemeente, het lichaam van Christus, dat bestaat uit alle wedergeboren gelovigen en waarvan de Here Jezus Christus het hoofd is. De Gemeente is samengesteld uit vele plaatselijke gemeenten die – ressorte­rend onder het gezag van de opperherder, Jezus Christus – in autonome rechtsvorm de kudde Gods hoeden en uitvoering geven aan het zendingsbevel.

Teksten
Matteüs 13:44, 16:16-18; Handelingen 2:38-41, 47, 13:2-3, 15:22, 20:28, 32; 1 Korintiërs 12:12-14, 27; Efeziërs 1:22-23, 5:25-32; Filippenzen 2:5-8; Hebreeën 12:2, 22-24, 13:17; 1 Petrus 2:9-10, 5:1-4.

Geestelijk leiderschap
Wij geloven, dat de Here Jezus Christus leiders aan zijn Gemeente heeft gegeven, die van Hem de geestelijke bekwaamheid hebben ontvangen om de Gemeente te leiden bij de verwezenlijking van Gods specifieke plan voor het individu, de plaatselijke gemeente en de regio waar zij zich bevindt. Hij geeft tevens de gees­telijke bekwaamheid om de leiders te assisteren.

Teksten
Matteüs 13:44, 16:16-18; Handelingen 2:38-41, 47, 13:2-3, 15:22, 20:28, 32; 1 Korintiërs 12:12-14, 27; Efeziërs 1:22-23, 5:25-32; Filippenzen 2:5-8; Hebreeën 12:2, 22-24, 13:17; 1 Petrus 2:9-10, 5:1-4.

Laatste Dingen
Wij geloven, dat alle volken in meerderheid discipelen van Jezus Christus zullen worden; dat nadat de volheid der heidenen is binnengegaan, ook het etnische Joodse volk (als volk) tot geloof in Jezus Christus zal komen; dat het zendingsbevel de opdracht is van iedere gelovige; dat de Here Jezus Christus in deze mèt zijn Gemeente is tot de voleinding der wereld, de dag van zijn verschij­ning; en dat de voleinding der wereld de Laatste Dag is, waarop Hij de laatste vijand, de lichamelijke dood, zal vernietigen, waardoor de rechtvaardigen en onrecht­vaardigen zullen opstaan uit de dood.

Teksten
Exodus 4:22; Numeri 14:21; Jesaja 2:1-5, 60:3-5; Micha 4:1-3; Zacharia 14:16; Matteüs 8:11, 12:41-42; 13:24-43, 47-50, 24:14; 24-30, 36-43, 25:1, 6, 26, 28:18-20; Marcus 16:15-20; Lucas 21:24; Johannes 6:39-40, 44, 54, 11:24; Handelingen 18:10; 28:15; Romeinen 9:1-3, 10:1, 18, 11:14, 25-27, 15:8-12; 1 Korintiërs 15:23-28, 52-55; Kolossenzen 1:6, 23, 3:4; 1 Tessalonicenzen 4:14-17; 2 Tessalonicenzen 1:7-10; 1 Timoteüs 2:4; 2 Petrus 3:9; Openbaringen 20:14.

Tussentijdse Staat
Wij geloven, dat de overleden gelovigen zich tot de opstanding ten leven bevinden in de hemel, ook het paradijs genoemd, waar de troon van God is en waar een grote schare die niemand tellen kan, Hem eert met lofzang en aanbidding. De gelovige die overlijdt, is in bewuste toestand in de tegenwoordigheid van Christus. De overleden onrechtvaardigen bevinden zich in het dodenrijk, een plaats van pij­ni­ging in het hart van de aarde, waar zij gevangen zitten in afwachting van de opstanding ten oordeel.

Teksten
Psalm 16:10; Matteüs 5:34, 12:40; Lucas 16:19-31, 23:43; Johannes 3:18; 2 Korintiërs 5:6-9, 12:2-4; 1 Tessalonicenzen 5:9-11; Hebreeën 12:28; Openbaringen 5:11-13, 7:9-11.

Opstanding van Rechtvaardigen
Wij geloven in de lichamelijke opstanding van de rechtvaardigen, waaraan alle gelovigen zullen deelhebben bij de verschijning van Jezus Christus. Het opstandingslichaam is de zalige hoop van alle gelovigen, de erfenis beloofd in het Nieuwe Verbond, en het sluitstuk van Gods verlossingsplan voor de mens. Bij de opstanding zullen de rechtvaardigen hun beloning ontvangen op basis van trouw aan de individuele roeping en de geboden van het Nieuwe Verbond.

Teksten
Daniël 12:3; Matteüs 25:21, 23, 34, 46; Marcus 10:30; Johannes 3:16, 5:29, 6:39-40, 44, 54, 11:24-26; Handelingen 24:14-15; Romeinen 5:5, 9-11, 8:11, 17-25; 1 Korintiërs 3:13-15, 4:5; 2 Korintiërs 1:22, 5:5; Efeziërs 1:14; Kolossenzen 3:4; Hebreeën 6:2; 1 Johannes 3:2-3, 5:11-13; 1 Timoteüs 6:14-15; 2 Timoteüs 4:1, 8; Titus 2:13; 2 Johannes 8; Openbaringen 20:5-6, 15.

Eeuwig Oordeel
Wij geloven in het eeuwig oordeel van hen die het aanbod van eeuwig leven afwij­zen door het evangelie van Jezus Christus niet te geloven, waardoor de toorn Gods op hen blijft. Bij de verschijning van Jezus Christus zullen de onrechtvaardigen uit de dood opstaan ten oordeel, waarna zij geworpen zullen worden in de hel, de eeuwige straf, waar de onrechtvaardigen dag en nacht gepij­nigd zullen worden in onuitblusbaar vuur, ver van de tegenwoordigheid en heer­lijkheid van God, zonder hoop op verlossing.

Teksten
Matteüs 13:30, 39-42, 25:41, 46; Marcus 9:43-48; Johannes 3:18, 36, 5:29; 2 Tessalonicenzen 1:9, 2:12; Hebreeën 9:27; 1 Johannes 5:12; Openbaringen 19:20, 20:5.

Satan
Wij geloven, dat de duivel bestaat, de aartsvijand van God en zijn schepping is, door de zonde van Adam de god van deze wereld is geworden en geen ander doel heeft dan te stelen, te slachten en te verdelgen. Jezus Christus heeft door zijn verlossingswerk aan het kruis de duivel ontwapend, openlijk tentoongesteld en zo over hem gezegevierd. Het is nu de heerlijkheid van alle gelovigen om de heerschappij van Christus in deze wereld te vestigen. Bij zijn verschijning zal de Here Jezus Christus de duivel en zijn engelen in de poel van vuur en zwavel werpen, die voor hun bereid is.

Teksten
Genesis 3:1-7, 14-15; Job 1:6-2:8; Psalm 149:6-9; Matteüs 8:29, 13:39, 25:41, 46; Lucas 4:1-13, 10:19, 11:20; Johannes 8:44, 10:10, 16:11; Romeinen 5:17, 16:20; 2 Korintiërs 4:4; Efeziërs 1:20- 23, 6:10-12; Kolossenzen 2:14-15; 1 Petrus 5:8; 1 Johannes 3:8; Openbaringen 12:10-11, 19:20, 20:10.